God dobbelt niet

 

“Bestaat er iets dat we kunnen bedenken, dat omwille van het zuivere feit dat we het kunnen bedenken, aantoonbaar buiten onze gedachten bestaat?”, vroeg de Britse filosoof Bertrand Russell zich af.

“Als het antwoord op deze vraag ja is, ligt er een brug tussen het pure denken en de dingen. Zo niet, dan niet.”

The Matrix, Inception en talloze andere films laten fantasie-werelden zien waarin de mens met zijn gedachten zijn omgeving kan manipuleren. Het zijn werelden die niet echt zijn. Droom-werelden, digitaal nagebouwde werelden. Onze wereld is echt. Of niet?

Toen ik me tijdens de research voor het schrijven van Het experimentator-effect verdiepte in psychoses, dromen en het onderbewustzijn gebeurden er dingen die net even té toevallig waren om niet op te vallen. Het leek wel of ik mijn gedachten in alles terugzag. Of alle films die ik keek een boodschap voor me hadden.

Tijdens een schrijfvakantie bij mijn schoonmoeder in Marrakech kreeg ik van de eigenaar van het café om de hoek drie films te leen. Down in the valley over een psychotische cowboy. Incep-tion over een wereld die niet echt bestond en waar onbewuste gedachten de schijnbare werkelijkheid vulden. De derde - Stone - ging over een gevangenistherapeut, die zijn eigen gevangenis aan het bouwen was door niet naar zijn onderbewustzijn te luisteren.

Om het nog wat vreemder te maken; toen ik weer thuis was zag ik ‘The nines’, een Spaanse film over een wereld die in stand kon blijven zolang ze werd ‘gedacht’. En als slagroom op de taart was er ‘The brood’. Een film uit 1979 waarin een vrouw met haar onderbewustzijn wilde wezens liet ontstaan om op bloederige wijze af te rekenen met haar ‘emotionele opponenten’.

Ik werd gebeld door mensen die wilden praten over de dingen waar ik me net in verdiepte. Onlangs kreeg ik zelfs midden in de nacht bezoek van een mij onbekende psychotische jongedame die mijn huis willekeurig had uitgekozen om haar onderbewustzijn te luchten. Spookachtig.

Zelfs smsjes worden verstuurd op tijdstippen die net wat te toevallig zijn. Gisteren zat ik met mijn voetbalmaten een pilsje te drinken, toen een van hen vroeg: “Waar gaat dat boek van je eigenlijk over?”

“Willen jullie echt weten waar het over gaat?”, vroeg ik aan de groep. Precies op dat moment kreeg een van hen een SMS-je en las voor: “God dobbelt niet”.

“Nou”, hoefde ik alleen maar te zeggen. “Daarover dus”.


Een nóg mooier voorbeeld kwam uit de tijd dat ik net een uitgever voor een boek had gevonden. De vergoeding die de uitgever me wilde betalen was niet florissant. Tijdens een telefoongesprek waarin ik me daarover wilde beklagen, kreeg ik van een andere uitgever een email waarin men me liet weten geen interesse te hebben in mijn boek. Voor de duidelijkheid: het berichtje kwam drie maanden nadat ik mijn manuscript bij de afwijzende uitgever had afgegeven en één seconde voordat ik mijn afkeuring over de vergoeding wilde spuien. Uiteraard formuleerde ik mijn wensen daarna iets voorzichtiger.


Meestal dacht ik: ‘ach, dat is toevallig’. Maar soms kreeg ik ook de kriebels. Ik begon te twijfelen aan mijn verstand. Was het niet zo dat schizofrene mensen aan alles wat er in hun omgeving gebeurde een betekenis gaven? Die dachten toch dat alles met hen te maken had en zelfs films of radio-uitzendingen bood-schappen bevatten die speciaal aan hen waren gericht?

Waren dit boodschappen van mijn eigen onderbewustzijn, of ben ik nu zelf psychotisch aan het worden? Dat zou best kunnen. Volgens de testjes die je op het internet kunt doen heb ik alle kenmerken. Het grote verschil is dat ik niet denk dat er een complot is en dat de boodschappen op mijn pad zijn gelegd. Ik denk dat ik ze er zelf leg (nog gekker).

Als ik me intensief met iets bezighoud, lijkt het ineens overal op te duiken. Alsof de wereld zich aanpast aan mijn denken. Kan dat? Als je verwacht dat iets gebeurt, gebeurt het dan ook? Als je bang bent dat iets kapot gaat en vervolgens gaat het kapot, heeft dat met elkaar te maken? Waarom kloppen mensen af als ze een ‘verkeerde’ gedachte hebben? Zijn ze echt bang dat hun gedach-ten werkelijkheid worden? Hebben we allemaal last hebben van waanideeën of zit er een kern van waarheid in die oude gewoonte?


Het samenvallen van een gedachte met een gebeurtenis die er mee te maken heeft. De psycholoog Carl Gustav Jung noemde deze vreemde voorvallen ‘synchroniciteiten’. Je hebt synchroni-citeiten in allerlei varianten. Mijn oom vertelde me dat toen hij en mijn tante overwogen om samen te gaan wonen, ze steeds dezelf-de nummers zagen. “Om de haverklap zagen we op nummer-borden van auto's nummers die hetzelfde waren, bijv. 22-bb-22. Als we naar de klok keken was het altijd 12:12 of 16:16 en meer van dat soort tijden. Het gebeurde zo vaak dat je er bijna een betekenis in begon te veronderstellen.” Het samenwonen bleek in ieder geval een goed idee, want inmiddels zijn ze al vele jaren gelukkig samen.


Een poosje geleden, toen ik een paar dagen in het klooster was, ontmoette ik een aantal interessante mensen. Net als ik waren ze bezig aan een geestelijke zoektocht. Een van hen, een bekend politicus, probeerde in het klooster uit te vissen hoe hij als ‘bijbelfundamentalist’ om moest gaan met echtscheidingen en mensen met een ander geloof. Hij raakte in gesprek met drie mensen. Met mij - gehuwd met een islamitische - en met een koppel dat gelukkig samenleefde nadat ze beiden jarenlang in een slecht huwelijk gevangen hadden gezeten. Toeval? De politicus zag het als een teken van God dat hij zich toleranter op moest stellen.


Ik ben agnosticus. Ik weet niet en ik kan weten. Ik geloof niet in een opperwezen dat alles regisseert, net zo min als ik geloof in Einsteins ‘toto-tijd’. Zelfs al zou God hier voor mijn neus verschijnen, dan zou dat net goed een synchroniciteit kunnen zijn, gesponnen in de wollige golven van mijn eigen brein.

Mijn psychose bestaat uit het zien van synchroniciteiten (en ze nog serieus te nemen ook). Hoe meer ik er mee bezig bent, des te meer ik er zie. Ze zijn overal. Soms heb ik het gevoel alsof de wereld maar een droom is, waarin ik zelf de schepper ben van de dingen die me overkomen.

Zijn onze gedachten de oorzaak van alles om ons heen? Hoe kan een synchronistisch verschijnsel wetenschappelijk worden vastge-steld? Is het proces van vaststellen niet ook een synchronistisch verschijnsel en daarom ook subjectief? Krijg je niet gewoon te zien, wat je onderbewust verwacht, waar je op hoopt, of waar je bang voor bent?

Een van de spelers in mijn voetbalteam is huisarts. Een van zijn patiënten maakte zich de grootste zorgen over zijn gezondheid. Hij was ervan overtuigd dat hij zaadbalkanker had. Onze rechtsback stuurde hem door naar de specialist, waar de man zich liet onderzoeken. Er werden geen afwijkingen aangetroffen. Maar de man bleef zich zorgen maken en bezocht een aantal andere specialisten voor een second en third opinion. De onderzoeken wezen hetzelfde uit: geen kanker. Maar nog was de man niet tevreden. Uiteindelijk kwam hij uit bij het ziekenhuis in Maastricht waar hij een groot onderzoek onderging. En weer hetzelfde resultaat: geen spoor van zaadbalkanker te bekennen. Drie jaar later kreeg de huisarts een bericht. Dan man was overleden. Jawel, aan zaadbalkanker.


In de kwantummechanica zorgt de meting of waarneming ervoor dat de waarschijnlijkheidsgolf krimpt en een deeltje vaste eigenschappen krijgt. Bij synchroniciteit heeft het (onbewuste) bedenken van een situatie iets te maken met het tot stand komen van die situatie. Kan men het denken vergelijken met waarne-men? Is het pure denken dan ook een scheppingsdaad? Hoe ver gaat onze scheppingskunst? Scheppen we materie, of scheppen we alleen maar de beelden ervan in ons brein? Als iets nu hier is, kan het toch niet ineens ergens anders zijn? Hoe kan een deeltje ineens materialiseren? Hoe kan de persoon waaraan je denkt, ineens voor je neus staan? Hoe kan de klok ineens op 12:12 uur staan? Hoe kan iemand ineens kanker krijgen?

Iets moet toch een oorzaak hebben, of niet? Je doet iets en dat leidt tot iets anders en dat heeft weer iets anders tot gevolg. Je duwt ergens tegen en het valt om. Bij een synchroniciteit is het denken de oorzaak: je bent bang dat iets omvalt en valt het om. Je krijgt een ziekte van een ingebeelde ziektekiem of geneest van een ingebeeld medicijn.

Toeval? De filosofische en religieuze stroming van het Taoïsme, die 2300 jaar geleden in China ontstond, gaat een andere kant op. Een Taoïst zal nooit zeggen: wat toevallig. Daar wordt telkens de vraag gesteld: wat betekent het dat dit nu op mijn pad komt? Voor de Taoïst is de synchroniciteit een even logische gebeurte-nis als voor ons een gebeurtenis met een fysieke oorzaak.


“Wij zijn gelukkig wanneer er voor alles in ons, iets buiten ons is, dat daarmee overeenkomt”, zei de Ierse dichter William Butler Yeats. Is dat de reden dat de wereld om ons heen zo lijkt op die tussen onze oren? Is toeval slechts een naam voor een geestelijke wet die niet wordt herkend? Hebben synchroniciteiten dezelfde functie als een psychose: het voorhouden van de spiegel van onze ziel?

Zitten we toch in een Newtoniaanse werkelijkheid, maar schuilt de oorzaak van de aard der dingen niet in de beweging die een voorwerp had, maar in de verstrengeling met onze geest?

Ik zou geen reden kunnen bedenken waarom niet iedere uitkomst van ieder experiment een synchroniciteit zou zijn. Waarom niet ieder deeltje opduikt waar wij het het meest waarschijnlijk achten. Waarom niet ieder balletje op de roulettetafel onderhevig is aan de verlangens van de psyche, zij het goed of slecht. Waarom niet iedere slag van een tafeltennisser het gevolg is van zijn onbewuste wil om te winnen of te verliezen. Waarom niet iedere dag dat we verouderen (deels) veroorzaakt wordt door onze verwachtingen. Waarom niet ieder toeval het gevolg is van een ondoorzichtig geestelijk spel.

Ik begin serieus te overwegen dat alles wat we doen en innemen placebo is. Het is allemaal net alsof. Alles wat er om ons heen gebeurt is geregisseerd. Niet door God, maar in onze eigen hoofden.

donderdag 19 december 2013

 
 

volgende >

< vorige